Fotoimpressie (Waddenzee algemeen)
Beschrijving
Met de Waddenzee wordt hier het Nederlandse gebied bedoeld zoals beschreven in het Natura 2000-gebied Waddenzee. Het gebied bevat dus naast de daadwerkelijke Waddenzee (geulen en droogvallende wadplaten) ook alle buitendijkse delen zoals de kwelders en zomerpolders langs de Waddenzeekust. De Waddenzee staat op de UNESCO-Werelderfgoedlijst. Het Nederlandse gebied loopt vanaf het zeegat Marsdiep (bij Texel) tot aan waar de Westerwoldse Aa mondt in de Dollard (in Groningen).
De Waddenzee bestaat uit een stelsel van geulen (variërend qua diepte) en zand- en slibplaten die droogvallen bij eb. Bekende wadplaten zijn Richel, Engelsmansplaat en de begroeide zandplaat Griend. Aangrenzend aan het water van de Waddenzee liggen diverse kweldergebieden (bijvoorbeeld Peazemerlannen, kwelders Westhoek, kwelders Lauwer- en Emmapolder en de kwelders van Noard-Fryslân Bûtendyks).
Kenmerkend voor het gebied is dat wadplaten door de getijdewerking (eb en voed) om de zoveel tijd droogvallen. Deze dynamiek zorgt voor aanvoer en afzetting van zand en slib. Slib draagt weer bij aan de groei van wadplaten en kwelders. Door de getijdewerking en het af en toe (deels) onder water komen te staan van de hoger gelegen kwelders en zomerpolders (bij springtij en storm) ontstaat er ook een gradiënt aan vocht- en zoutgehalte op de kwelders. Deze zoutgradiënten, hydrodynamiek en geomorfologische processen zorgen voor een unieke flora en fauna.
Flora & fauna
Het voedselrijke wad is een belangrijk rust- en foerageergebied voor miljoenen broedvogels, trek- en wintergasten. Tijdens de vogeltrek foerageren er grote aantallen vogels om zich op te vetten voor de trek naar de overwinteringsgebieden en deels om te overwinteren. Het betreft vooral soorten als kluut, zwarte ruiter, kanoetstrandloper, tureluur, zilverplevier, rosse grutto, goudplevier, wulpen, bergeenden en diverse strandlopers. In de winter zijn er ook enorme aantallen ganzen te vinden . Vooral veel brand- en rotganzen.
Op de kwelders broeden kolonievogels zoals kluut, lepelaar, visdiefje en sterns. Verder bergeend, gele kwikstaart, graspieper en veldleeuwerik.
Planten maken het landschap kleurrijk. In de zomer en najaar vormt zich een erg fraai kleurenpalet. Paars door de massale bloei van lamsoor en zeeaster, bruinrood door bloeiend zeekraal en het zilver van de zeealsem. Andere soorten die er bloeien zijn schorrekruid, spiesmelde, zilte schijnspurrie, gewone zoutmelde, zeeweegbree en melkkruid. Aan de rand van het wad op de drogere en stenige delen (dijk) zijn soorten als blauwe zeedistel, zeekool en lamsoor te zien.
Deelgebieden
Waddenzee (Friesland) bestaat uit de volgende deelgebieden (van west naar oost langs de vastelandskust):
- Waddenzee bij Harlingen
- Koehool
- Westhoek
- Noard-Fryslân Bûtendyks
- Ternaard Buitendijks
- ’t Schoor
- Kromme Horne
- Peazemerlannen
- Hoek van de Bant
Waddenzee bij de Friese eilanden:
Voor deelgebieden Waddenzee behorend bij andere provincies: