Balloërveld

Fotoimpressie

 

Beschrijving

Het Balloërveld is een hooggelegen ‘zandvlakte’ tussen de dalen van het Looner Diep (westkant) en het Rolderdiep en het Gastersche Diep (oostkant). Het veld is genoemd naar het nabijgelegen dorpje Balloo in Drenthe. De zandvlakte bestaat uit heide (gedeeltelijk vergrast), enkele vennetjes en wat plekken bos met voornamelijk dennen. Kleinschalige zandverstuivingen zijn ook aanwezig. Het natuurgebied is onderdeel van het Nationaal Beek- en Esdorpenlandschap Drentse Aa.

Het gebied herbergt sporen uit dat verleden: van Celtic fields en grafheuvels tot karrensporen. Celtic fields (ook wel raatakker genoemd) zijn kleine, vierkante of rechthoekige aaneensluitende akkers gescheiden van elkaar door houtwallen of heggen. Van bovenaf gezien enigszins de vorm van ene honinggraat.
Ook zichtbaar zijn sporen uit de Tweede wereldoorlog (tankgracht). Het veld wordt verder doorkruist met zandwegen, smalle dieper gelegen paadjes en middeleeuwse karrensporen. Het Balloërveld wordt door ca. 400 Drentse heideschapen begraasd.

Flora & Fauna

Het veld heeft door de variatie in hoge en lage delen en door de verschillende begroeiing een rijke flora en fauna. In de natte graslanden in het beekdal vormen zich stroeten. Stroeten is moerassig land, vaak nabij een beekje, en brongebieden voor de beken.
Zeldzame plantensoorten zijn: klokjesgentiaan, gevlekte orchidee, beenbreek, heidekartelblad, lavendelheide, vleugeltjesbloem, grondster, wilde tijm, klein warkruid en valkruid. Het vleestetend plantje zonnedauw komt er ook voor. De bossen bestaan grotendeels uit eik, berk en grove den.

Qua vlinderflora is het rijk bedeeld. Vinders zoals heideblauwtje, bruine vuurvlinder, het gentiaanblauwtje, de kommavlinder, eikenpage, atlanta, distelvlinder en het hooibeestje komen er voor. Kenmerkend vogels voor het gebied zijn onder andere de boompieper, de geelgors, de tapuit, het paapje, de roodborsttapuit en de roofvogels zoals de boomvalk en de ransuil. Meestvoorkomende amfibieën en reptielen zijn heidekikkers, adders en zandhagedissen.

Voorbeelden van faunasoorten zijn reeën, hazen, konijnen, vossen en soms de steenmarter.