Onlanden

Meer fotoimpressie’s:

Beschrijving

De Onlanden is een weids wetland in de kop van Drenthe.  Het  bestaat uit laagveen in de beekdalen van het Eelderdiep en het Peizerdiep. Verder bestaat het  landschap uit moerasbos, bosjes, houtwallen, ruige gras- en hooilanden, riet, open water en sloten. Tevens is het een waterbergingsgebied waar ruimte is voor overtollig water.

Vroeger was dit gebied één groot veenmoeras en niet of nauwelijks toegankelijk. Vandaar de naam Onland en daardoor vrijwel onbruikbaar was voor agrarisch gebruik. Vaak was de (grond-)waterstand er ook hoog. Nu is het veenweidegebied weer terug gegeven aan de natuur. De beken stromen er weer doorheen en er kan zich opnieuw een moeras ontwikkelen met natuurlijk wisselende waterstanden. Het wordt als ware weer echt ‘onland’. Het wordt beheerd door Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Groninger Landschap en Drents Landschap.

De Onlanden bestaat uit de volgende deelgebieden (met veel foto’s):

De deelgebieden Broekenweering, Broekstukken, Weeringsbroeken, Peizerweering en Eelderdiep vormen tezamen de Peizer- en Eeldermaden.

De Peizer- en Eeldermaden is een natuurgebied gelegen tussen de dorpen Peize, Eelde-Paterswolde en Eelderwolde. Het gebied is onderdeel van het grotere natuurgebied de Onlanden. De Peizermade ligt ten westen van het Eelderdiep, de Eeldermade ten oosten hiervan.  Het is een laagveengebied met natte en bloemrijke graslanden, met sloten, bosjes en houtwallen. Kwelwater komt aan de oppervlakte naar boven.

Het Eelderdiep is nu aan de noordkant via een slenk verbonden met het Langmameer. Een stuw zorgt ervoor dat het waterpeil van het Eelderdiep hoog blijft. Een vistrap is aangelegd zodat beekvissen kunnen migreren.

Flora & Fauna

Vele planten- en diersoorten komen voor.

Naast diverse zangvogels worden steeds meer moerasvogels gesignaleerd. Naast de meer reguliere moerasvogels (baardmannetje, rietzanger, roodborsttapuit, rietgors, blauwborst, meerkoet, slobeend en zomertaling) soms bijzondere waarnemingen van de kwartelkoning of porseleinhoen.  Soorten zoals de grote zilverreiger, de lepelaar, waterral, steltkluut en witwangstern worden ook al geregeld waargenomen.  De grote zilverreiger is de mascotte van de Onlanden. In het voorjaar kan je er het ‘hoempen’ van de roerdomp horen, uit het riet komt het  ‘snorren’ van de snor en in de lucht zangvluchten van de veldleeuwerik.

In de hooi- en weilanden komen enkele weidevogels voor zoals kieviten, tureluurs, wulpen en grutto’s. Die laatste twee in geringe aantallen.  Op de drogere delen kan je in de zomer graspiepers, grasmussen, roodborsttapuiten en enkele paapjes en gele kwikstaarten zien. Daarnaast komen er meer zeldzame soorten voor zoals de veldleeuwerik, watersnip, paapje en kwartelkoning. Bruine kiekendieven broeden er en in de wintermaanden komt de meer zeldzamere blauwe kiekendief er voor. Verder  in de wintermaanden wintertalingen, krakeenden en smienten.  Dan ook groepjes sijzen foeragerend in de elzenpropjes , die in sommige jaren vergezeld worden door grote barmsijzen. Daarnaast laat de zeearend zich geregeld zien.

In de wintermaanden worden de Onlanden bezocht door duizenden kolganzen en brandganzen als rust- en foerageergebied. In bepaalde stukken is de smient dan ook veelvuldig aanwezig. Vergezeld door slobeenden, wintertalingen en in minder grote getalen krakeenden en tafeleenden.   Typische wintergasten in kleine aantallen zijn pijlstaarten, nonnetjes en grote zaagbekken.  Boven de rietlanden zie je jagende blauwe kiekendieven en slechtvalken.

In het gebied zie je soms een wezel of hermelijn voor je uit over het pad wegschieten. Soms even stilstaand en nieuwsgierig achterom kijkend. De zeldzame waterspitsmuis voelt zich ook steeds meer thuis in de Onlanden.  De Onlanden is tevens het leefgebied van de otter en de bever.  Qua kikkers kan je volgende vier tegenkomen: poelkikker, grote meerkikker, bastaardkikker en de heikikker.

Wat de flora betreft zie je de kenmerkende waterplanten. Onder andere dotterbloem, krabbenscheer, (kleine) valeriaan, waterdrieblad, wateraardbei, waterscheerling, waterviolier en watermunt. In het Matslootgebied komt in het vroege voorjaar klein hoefblad voor en later in het voorjaar bloeit er ook de (gevlekte) rietorchis en brede orchis.