Fotoimpressie
Beschrijving
Het Nationaal Park Drents-Friese Wold is één van de grootste bosgebieden van Nederland. Het ligt op de grens van Drenthe en Friesland. Het gebied herbergt een variatie aan loof- en naaldbossen, stuifzand, (vochtige) heidegebieden, diverse vennetjes, binnenlandse duingebieden, veengebieden, zandruggen en beekdalgraslanden.
- bos (loof- en naaldbossen); de bossen van het Drents-Friese Wold zijn voor het merendeel aangelegd met naaldbomen.
- wilde natuur; in delen wordt minimaal beheer toegepast.
- (natte) heide; de uitgestrekte vochtige heide het Doldersummer- en Wapserveld. De natte delen op de heide zijn grotendeels afhankelijk van ophoog komend grondwater.
- ven; in de bossen liggen diverse vennetjes (o.a. Snoekveen, de Ganzenpoel en het Groote Veen). De meeste vennen zijn ontstaan door stagnerend smeltwater in de ijstijd. De bodem en het water zijn kalkarm. In het stuifzandgebied Aekingerzand ligt de Grenspoel.
- levend stuifzand; hier heeft wind grotendeels vrij spel waardoor er een karakteristiek landschap van duinen ontstaat.
- beekdal
- hooi- en graslanden
- esdorpenlandschap (oude akkercomplexen)
Bekende deelgebieden in het nationale park zijn:
- Aekingerzand of ook wel Kale Duinen: een stuifzandgebied in Friesland
- Doldersummer- en Wapserveld: natte heidegebieden in Drenthe
- Vledder Aa: beekdalsysteem in Drenthe
- Dieverzand: een bosgebied op voormalig stuifzand in Drenthe
Flora & Fauna
- Karakteristieke Nederlandse loofbomen zoals zomereik en beuk. In de bossen komt de zwarte specht voor (tevens het logo van het nationale park).
- Op de heide broeden onder andere roodborsttapuit, wulp en boomleeuwerik. Qua flora komt op de heide dopheide, struikheide, veenpluis, beenbreek, gagel, zonnedauw, en klokjesgentiaan voor. De adder komt er voor.
- Op het Doldersummer- en Wapserveld en Aekingerzand graast een kudde heideschapen. Tevens lopen op het Doldersummer- en Wapserveld Sayaguesa-runderen.
- In het stuifzandgebied leeft de zandhagedis en broeden er nog tapuiten in oude konijnenholen.
- Op voedselarme plaatsen in de bossen komen relatief grote oppervlakten aan kraaiheide voor.
- Diverse vogelbiotopen (bosvogels, weidevogels en moerasvogels).