Veluwezoom (NP)

Fotoimpressie

 

Beschrijving

Nationaal Park Veluwezoom, ruim 5100 hectare bos, heide, zandverstuivingen en statige landgoederen ten oosten van Arnhem. Het natuurgebied maakt deel uit van de Veluwe.
Het is het 1ste nationaal park van Nederland. In het zuidelijke, meest heuvelachtige deel van het park liggen meerdere landgoederen zoals Heuven en Beekhuizen. Centraal in het nationaal park ligt het bekende uitzichtpunt de Posbank. Andere bekende heuvels in het park zijn: Zijpenberg, Emmapyramide, Schaapsallee en Lange Juffer. Sommige heuvels komen boven de 100 meter.

Het heuvelachtige gebied is vormgegeven tijdens de laatste twee glacialen (ijstijden). De grotere heidevelden in het park zijn: de Beekhuizense heide, het Herikhuizerveld, de Terletse Heide en de Rheder- en Worthrhederheide.  Oude bossen op de Veluwezoom zijn de Imbosch, ’t Asselt en de Onzalige Bossen. De stuifzanden op de Veluwe liggen meestal in relatief smalle, parallel aan elkaar gelegen stroken. Ze hebben een lengte richting evenwijdig aan de overheersende windrichting(en).

 

Flora & Fauna

  • bos: Ongeveer tweederde van Nationaal Park Veluwezoom bestaat tegenwoordig uit bos.   Oudere bossen (op voedselrijkere bodem) hebben een dichte begroeiing van vaak hoge adelaarsvaren. Op de armere gronden groeit vooral bochtige smele en blauwe en rode bosbes in de ondergroei. Er komen veel verschillende boomsoorten voor. In de bossen op de rijkere lössgronden – met name  in het zuiden en oosten van het park – groeien beuken, eiken en uitheemse boomsoorten als fijnspar, lariks, douglasspar en tamme kastanje.
  • heide: Op de Beekhuizense heide en het Herikhuizerveld helpen IJslandse paarden mee met het heidebeheer. Zij houden het gras kort en het struikgewas laag. Datzelfde doen de Schotse Hooglanders op de andere genoemde heidevelden. Op de heidevelden groeien struikheide, gewone dophei, gaspeldoorn en brem.
  • stuifzand: veel berk en grove den, in de ondergroei relatief veel heide en daarnaast het gras bochtige smele. Bijzonder soorten die goed op het stuifzanden gedijen zijn: nachtzwaluw, zadelsprinkhaan en zandhagedis.

Op het park komt veel wild voor.  Met name rond de schemer komen  edelherten, reeën en wilde zwijnen te voorschijn. Ook vossen, dassen, hermelijn en boommarters zijn aanwezig.
De meeste kenmerkende vogelsoorten van bos en heideveld zijn goed vertegenwoordigd. Meer bijzonder soorten zin de ijsvogel, boomvalk, wespendief, raaf, nachtzwaluw, roodborsttapuit, veldleeuwerik, groene specht, zwarte specht en in de winter de klapekster.  Qua reptielen zijn de volgende soorten vertegenwoordigd: adder, gladde slang, ringslang, hazelworm, zandhagedis en levendbarende hagedis.